Naar boven ↑

Update

Nummer 26, 2014
Uitspraken van 07-08-2014 tot 14-08-2014
Redactie: prof. mr. J.S. Nan en mr. C.L. van der Vis.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
De afgelopen week is een aantal zaken verschenen waarop ik u graag wijs:

Geen noodweer, wel noodweerexces (SR 2014-0317)
De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie poging tot doodslag bewezen is verklaard, dat de verdachte een beroep op noodweer toekomt. Uit het bij het slachtoffer geconstateerde letsel en de verklaringen van de verdachte leidt het hof af dat de verdachte excessief geweld heeft gebruikt tegen het slachtoffer. Het toegepaste geweld door verdachte is aldus disproportioneel. Het hof verwerpt het beroep op noodweer.

Naar het oordeel van het hof heeft de verdachte wel gehandeld op basis van noodweerexces. Bij de verdachte is een hevige gemoedsbeweging veroorzaakt doordat het slachtoffer heeft gebeten in de richting van de keel en vervolgens een stuk uit de lip van verdachte heeft gebeten. Het hof oordeelt dat het disproportionele geweld het onmiddellijke gevolg is geweest van deze hevige gemoedsbeweging die is veroorzaakt door de wederrechtelijke aanranding. Daaraan doet niet af dat het volgens de verklaring van de verdachte aan de gebeurtenis voorafgaande alcohol- en drugsgebruik kan hebben bijgedragen aan de hevigheid van de gemoedsbeweging. Deze invloed was niet van doorslaggevend belang voor het disproportionele handelen van verdachte.

Opzet en de verhouding tot het gronddelict (SR 2014-0318)
Het hof acht niet bewezen verklaard dat de verdachte als medepleger van gijzeling kan worden aangemerkt. Verdachte is namelijk zelf niet aanwezig geweest bij de uitvoering van het delict. Naar het oordeel van het hof heeft verdachte niet een actieve, initiërende, organiserende of coördinerende rol in de voorfase gehad, die gelijkwaardig is aan die van zijn medeverdachten, zodat hij niet als medepleger kan worden beschouwd. Het hof acht medeplichtigheid aan gijzeling wel bewezen verklaard. De verdediging klaagt namens verdachte, dat verdachte geen opzet heeft gehad op het gronddelict. Het hof oordeelt dat verdachte inlichtingen heeft verschaft en dat hij behulpzaam is geweest bij het plegen van het misdrijf door adresgegevens te verstrekken over de familie van het slachtoffer en de woonomgeving van het slachtoffer te verkennen. Het hof overweegt dat het opzet van de medeplichtige niet gericht hoeft te zijn op de precieze wijze waarop het gronddelict wordt begaan. In ieder geval moet er een voldoende verband aanwezig zijn tussen het gronddelict en het misdrijf waarop het opzet van de medeplichtige wel was gericht. Het hof acht bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het plegen van gijzeling en daartoe opzettelijk behulpzaam is geweest.

Naaktrecreatie? Dat mag op het strand (SR 2014-0316)
De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie naaktrecreatie op ongeschikte plaats tenlastegelegd is, dat er geen sprake is van ‘een voor het openbaar verkeer bestemde plaats die voor ongeklede recreatie niet geschikt is’. Vast staat dat de verdachte op de ten laste gelegde datum zich ongekleed op of aan een voor het openbaar verkeer bestemde plaats bevond. Het hof oordeelt dat de wetgever met de zinsnede ‘in redelijkheid niet meer kan worden gesproken van geschiktheid’ heeft bedoeld dat alleen in die gevallen waarin een voor het openbaar verkeer bestemde plaats evident niet voor ongeklede reactie geschikt is, van overtreding van artikel 430a Wetboek van Strafrecht sprake kan zijn. ‘Evident niet geschikt’ kan in dit verband worden uitgelegd dat objectief oordelende en redelijk denkende mensen over die niet-geschiktheid in een concreet geval redelijkerwijze niet van mening kunnen verschillen. Het hof stelt dat een voor strandrecreatie en dus voor schaars gekleed recreëren geschikte plaats niet kan worden aangemerkt als evident niet geschikt voor ongeklede recreatie. Het hof komt tot de conclusie dat uit de specifieke feiten en omstandigheden van het dossier onvoldoende bewijs bestaat dat de plaats waar de verdachte zich op de ten laste gelegde datum bevond, niet geschikt was voor ongeklede recreatie.

Annotatie
‘De raadsman van de afwezige verdachte deed een aanhoudingsverzoek. Het hof stelde op grond van mededelingen van de receptie vast dat de verdachte vrijwillig afstand had gedaan van zijn aanwezigheidsrecht en zette de behandeling van de zaak voort. Dat ging de Hoge Raad te ver (…)’ Zo begint de recent geplaatste annotatie bij HR 8 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1614 waar ik u graag op attendeer.

SR Talk Sessie:
Graag wijs ik u op de SR-Talk sessie van donderdag 4 september 2014 en 30 oktober 2014, waarin de actuele jurisprudentie wordt besproken. De link is te vinden op deze site.

SR Updates Talk | Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebespreking Strafrecht, inclusief PO-punten.

Elke 6 tot 8 weken de meest actuele rechtspraak (incl. de Hoge Raad van de dinsdag ervoor) in één uur tijd besproken door prof. Paul Mevis, mr. Joost Verbaan of mr. dr. Joost Nan.

Eerstvolgende sessie 4 september: 17 – 18 uur

Kosten: € 69 excl. btw per sessie (1 PO-punt)
Nieuw rechtsgebied? Tijdelijke break?
Volg dan on demand de opnames van SR Updates Talk van medio 2013 tot heden.
Meer informatie en inschrijven: SR Updates Talk Live en On Demand 

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar sr-updates@budh.nl.

Veel leesplezier.

Met vriendelijke groet,

B.A. Salverda
Redacteur SR Updates