Naar boven ↑

Update

Nummer 10, 2025
Uitspraken van 29 maart 2025 tot 4 april 2025
Redactie: prof. mr. J.S. Nan en mr. C.L. van der Vis.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe SR Updates aan.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende zaken die onlangs zijn verschenen:

Heeft het hof de verklaring van de inmiddels overleden getuige voor het bewijs kunnen gebruiken, terwijl de verdediging ten aanzien van die, inmiddels overleden, getuige niet het ondervragingsrecht heeft kunnen uitoefenen? (wenk SR 2025-0126)
Het cassatiemiddel klaagt dat het hof de verklaring van [getuige] voor het bewijs heeft gebruikt, terwijl de verdediging ten aanzien van die – inmiddels overleden – getuige niet het ondervragingsrecht heeft kunnen uitoefenen.
Lees hier verder. 

Moet uit de bewijsvoering blijken dat slachtoffers materieel nadeel leden, en kon het hof de vordering toewijzen en schadevergoeding opleggen voor een tijdens hoger beroep overleden slachtoffer wiens nabestaanden deze introkken? (wenk SR 2025-0123)
Het cassatiemiddel klaagt over de bewezenverklaring van mensenhandel ten aanzien van uitbuiting. Deze bewezenverklaring steunt op de bewijsmiddelen die zijn opgenomen in (de aanvulling op) het arrest van het hof. Verder heeft het hof in zijn arrest een bewijsoverweging opgenomen zoals weergegeven in de conclusie van de plaatsvervangend advocaat-generaal onder 3.4.
Lees hier verder. 

Kon het hof oordelen dat de verdachte is binnengedrongen in de servers van de politie? (wenk SR 2025-0122)
Het cassatiemiddel klaagt over de bewezenverklaring voor zover die inhoudt dat de verdachte ‘in één of meer geautomatiseerde werken, namelijk in één of meer servers van de politie’ is binnengedrongen.
Lees hier verder. 

Heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat de dagvaarding in hoger beroep geldig is betekend en kon het hof verstek verlenen tegen de niet-verschenen verdachte? (wenk SR 2025-0121)
Het cassatiemiddel klaagt in de eerste plaats over het oordeel van het hof dat de dagvaarding in hoger beroep geldig is betekend (uitgereikt). Bij de beoordeling van deze klacht moet het volgende worden vooropgesteld. Als de niet-gedetineerde verdachte niet staat ingeschreven in de basisregistratie personen (BRP), maar van hem wel een (feitelijke) woon- of verblijfplaats bekend is, moet uitreiking van de dagvaarding op grond van artikel 36e lid 1 aanhef en onder b sub 2° Sv op dat adres plaatsvinden (vgl. HR 13 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5163, r.o. 3.17).
Lees hier verder. 

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Veel leesplezier.

Met vriendelijke groet,
Redactie SR Updates

Hoge Raad