Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe SR Update aan.
Rechtspraak
De afgelopen weken is een aantal zaken verschenen waarop ik u graag wijs:
Standpunt over toepassing van artikel 80a RO (SR 2015-0085)
De Hoge Raad heeft kennisgenomen van de in de conclusie van procureur-generaal verwoorde zienswijze omtrent de door het parket voorgestane verandering in de, tot nu toe, in de praktijk gevolgde werkwijze door het parket met betrekking tot het innemen van – schriftelijke – standpunten strekkende tot de toepassing van artikel 80a RO. Deze wijziging komt er op neer dat het parket op termijn zal gaan afzien van het geven van een standpunt over de toepassing van art. 80a RO. De Hoge Raad geeft aan dat tekst noch strekking van art. 80a RO zich verzet tegen het afzien van het innemen van een standpunt over het toepassen van deze bepaling. Het voorschrift van art. 439, eerste lid, Sv, dat de procureur-generaal een op schrift gestelde conclusie neemt, staat daaraan niet in de weg, aangezien deze bepaling het oog heeft op andere gevallen dan de in art. 80a RO bedoelde gevallen. Wanneer de Procureur-Generaal afziet van het innemen van een standpunt over toepassing van art. 80a RO dan wel op de daarvoor bepaalde rechtsdag mondeling het standpunt inneemt dat die bepaling kan worden toegepast – en dus niet een op schrift gestelde conclusie neemt waarvan een afschrift aan de raadsman wordt toegezonden –, is voor schriftelijk commentaar op de conclusie als bedoeld in art. 439, vijfde lid, Sv, geen plaats. In het geval dat de Hoge Raad van oordeel is dat de zaak zich niet leent voor toepassing van art. 80a RO zal de procureur-generaal op een daartoe bepaalde rechtsdag zijn op schrift gestelde conclusie nemen en zal de raadsman van de verdachte dan wel de advocaat van de benadeelde partij zijn schriftelijk commentaar aan de Hoge Raad kunnen doen toekomen.
Motivering poging opzettelijk toebrengen zwaar lichamelijk letsel (SR-2015-0078)
De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie poging tot opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel is bewezenverklaard, dat het hof de bewezenverklaring wat betreft het opzet onvoldoende heeft gemotiveerd. Het hof heeft de bewezenverklaring doen steunen op de verklaring van de verdachte afgelegd op zitting in hoger beroep en afgelegd bij de politie en de processen-verbaal houdende verklaringen van twee verbalisanten. Het hof stelt voorts ten aanzien van de bewezenverklaring dat met betrekking tot het standpunt dat uit de zich in het dossier bevindende stukken niet kan worden afgeleid dat de verdachte zich ervan bewust is geweest – ook niet in de zin van voorwaardelijk opzet – dat zijn handelen zwaar lichamelijk letsel kon veroorzaken, dat op basis van de bewijsmiddelen vaststaat dat de verdachte is weggereden met zijn auto, terwijl op dat moment de verbalisanten nog aan het geopende linkerportier van de auto hingen en dat zij vervolgens zijn meegesleurd toen de verdachte accelereerde. Het hof is van oordeel dat de verdachte, door zich aldus te gedragen, ten minste bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat verbalisanten ten gevolge van zijn handelen zwaar lichamelijk letsel zouden bekomen en dat hij die kans op de koop toe heeft genomen. De door de verdachte beschreven gang van zaken, waarbij de verdachte per ongeluk gas zou hebben gegeven, acht het hof niet aannemelijk, nu geen van de aangevers en de getuigen zijn verklaring op dit punt ondersteunen. De Hoge Raad herhaalt in een overweging wat de verdachte tijdens de zitting in hoger beroep heeft aangevoerd en oordeelt dat de bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen is omkleed voor zover inhoudende dat de verdachte heeft gehandeld ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om aan de verbalisant opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, gelet op het door de verdachte ter zitting aangevoerde en in aanmerking genomen dat een verklaring van de verdachte onder meer inhoudende ‘ik merkte niet dat het portier van de auto openging en dat ik bij mijn gordel werd gepakt’ door het hof in de bewezenverklaring tot het bewijs is gebezigd.
Afwijzing verzoek om aangeefster als getuige te horen (SR 2015-0077)
De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie het plegen van ontuchtige handelingen met iemand die niet of onvolkomen in staat is haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden door een gebrekkige ontwikkeling van haar geestesvermogens is bewezenverklaard, dat het hof het verzoek om de aangeefster te horen heeft afgewezen op gronden die deze afwijzing niet kunnen dragen. De verdediging heeft het verzoek om de aangeefster te horen bij het appelschriftuur gedaan en herhaald bij de zitting van 5 maart 2013 en na aanhouding van de zitting heeft de raadsman na hervatting van het onderzoek op de zitting van 23 april 2013 het verzoek herhaald en daartoe aangevoerd dat de rechtbank bewezen acht dat cliënt met één vinger in de vagina van aangeefster is gegaan. Dit seksueel binnendringen is gebaseerd op haar verhoor waarbij de verbalisant zou hebben gezien dat aangeefster haar hand balde tot een vuist met daarin een opening en dat aangeefster een vinger van haar hand in de opening stak. Dat zijn cliënt ontkent deze handeling te hebben verricht bij de aangeefster. Dat de gelegenheid die het hof de verdediging heeft geboden om de beelden van het verhoor van aangeefster te bekijken, niet mogelijk was door een zgn. AVR-fout tijdens de opname. Dat het verhoor slechts kon worden gehoord en de gebaren, die in het verhoor van aangeefster een aantal keren voorkomen, niet waargenomen konden worden. Het hof heeft het verzoek van de verdediging afgewezen en daartoe overwogen dat de verdachte bij het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep heeft verklaard dat hij met zijn hand aan de voorkant in de broek van aangeefster is gegaan en daarbij haar ontblote vagina heeft betast en gestreeld. Het hof oordeelt dat die handelingen zijn aan te merken als het binnendringen in het vrouwelijke geslachtsdeel. Naar het oordeel van het hof bestaat onder die omstandigheden noch noodzaak, noch ook een verdedigingsbelang, om aangeefster nader te (doen) horen over de vraag of er sprake is geweest van enige vorm van binnendringen. De Hoge Raad overweegt dat het verzoek van de verdediging ertoe strekt de aangeefster als getuige te horen over haar bij de politie afgelegde verklaring, uit welke verklaring valt af te leiden dat de verdachte met een of meer vingers in haar vagina is gegaan. Het hof heeft het verzoek afgewezen op de grond dat daartoe geen noodzaak en geen verdedigingsbelang bestaat aangezien reeds uit de eigen verklaring van de verdachte dat hij de ontblote vagina van de aangeefster heeft betast en gestreeld, volgt dat hij het vrouwelijk geslachtsdeel is binnengedrongen. De Hoge Raad oordeelt dat nu zodanig binnendringen niet uit de verklaring van de verdachte kan worden afgeleid, die gevolgtrekking niet begrijpelijk is en dat de motviering van de afwijzing van het getuigenverzoek dan ook tekortschiet.
Vanaf 5 maart: LIVE WEBINAR SR Updates Talk – Jurisprudentie actueel en verdiept
SR Talk biedt u de unieke gelegenheid om per kwartaal online te worden bijgepraat over de laatste ontwikkelingen op het gebied van het straf(proces)recht. Het betreft vooral actuele jurisprudentie. U kunt daarnaast ook denken aan wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen. Bij terugkerende thema's in de jurisprudentie van het besproken kwartaal zal de docent in het tweede uur van de cursus dit thema specifiek verder uitdiepen.
Docenten: Prof. mr. Paul Mevis, mr. Joost Verbaan en mr. dr. Joost Nan, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
Data: 5 maart, 4 juni, 3 sept, 3 dec 2015. Meer informatie en inschrijven.
Prijs: € 138,- ex BTW per webinar incl. 2 PO-punten
Organisatie: Law At Web, onderdeel van Boom Juridische uitgevers.
www.lawatweb.nl
Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar sr-updates@budh.nl.
Veel leesplezier.
Met vriendelijke groet,
J.H.J. Verbaan
Hoofdredacteur SR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Slagende bewijsklachten valsheid in geschrifte en opzettelijk valselijk opmaken van een geschrift. 17-02-2015
- Hoge Raad Klager niet-ontvankelijk nu in de strafzaak al is beslist tot teruggave van het inbeslaggenomen bedrag. 17-02-2015
- Hoge Raad Bewezenverklaring witwassen toereikend gemotiveerd. 17-02-2015
- Hoge Raad Dat verdachte het motorvoertuig heeft bestuurd, kan niet uit het bewijsmiddel worden afgeleid. 17-02-2015
- Hoge Raad Zowel unus testis-klacht als klacht over bewezenverklaring valse hoedanigheid falen. 17-02-2015
- Hoge Raad Afwijzing verzoek tot aanhouding van de behandeling van het klaagschrift onvoldoende gemotiveerd. 17-02-2015
- Hoge Raad Aanvraag tot herziening gegrond in verband met persoonsverwisseling. 17-02-2015
- Hoge Raad Vrijspraak poging tot uitlokking niet onjuist en niet onbegrijpelijk gemotiveerd. 17-02-2015
- Hoge Raad Falende bewijsklacht voorwaardelijk opzet doodslag. 17-02-2015
- Hoge Raad Hof heeft verdachte ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. 17-02-2015
- Hoge Raad Het seksueel binnendringen in de vagina door de verdachte kan niet uit zijn verklaring worden afgeleid. 17-02-2015
- Hoge Raad Gegronde motiveringsklacht poging tot opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. 17-02-2015
- Hoge Raad Is de uitlating ‘jij bent een mierenneuker’ een belediging? 10-02-2015
- Hoge Raad Artikel 80a RO: conclusie. 03-02-2015
- Hoge Raad Bewijsuitsluiting niet naar behoren met redenen omkleed. 03-02-2015
- Hoge Raad Een afschrift van de daarop betrekking hebbende stukken wordt alsnog aan de raadsvrouwe van de aanvrager toegezonden. 03-02-2015
- Hoge Raad Vertaling appèldagvaarding. 03-02-2015
- Hoge Raad Oproeping rechtsgeldig betekend en verzoek tot aanhouding terecht afgewezen. 03-02-2015
- Hoge Raad Verdachte niet-ontvankelijk wegens niet (tijdig) indienen schriftuur. 03-02-2015
- Hoge Raad Falende klachten omtrent innerlijke tegenstrijdigheid bewijsmiddelen, bedreiging met geweld en het uitdrukkelijk onderbouwd standpunt. 03-02-2015
- Hoge Raad Appèldagvaarding niet op rechtsgeldige wijze betekend. 03-02-2015
- Hoge Raad De toewijzing van de vordering van de benadeelde partij en de oplegging van de daarmee samenhangende schadevergoedingsmaatregel zijn toereikend gemotiveerd. 03-02-2015
- Hoge Raad Verdachte niet-ontvankelijk wegens niet (tijdig) indienen schriftuur. 03-02-2015
- Hoge Raad Onder mishandeling moet ook het bij een ander teweegbrengen van een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam worden verstaan. 03-02-2015
- Hoge Raad Appèldagvaarding niet op rechtsgeldige wijze betekend. 03-02-2015
- Hoge Raad Beroep op noodweerexces onvoldoende gemotiveerd verworpen. 03-02-2015
- Hoge Raad Verdachte niet-ontvankelijk wegens niet (tijdig) indienen schriftuur. 03-02-2015
- Hoge Raad Geen belang, nu een nieuwe behandeling van de zaak niet tot een andere uitkomst ten aanzien van de bewezenverklaring zal leiden. 03-02-2015