Naar boven ↑

Update

Nummer 3, 2015
Uitspraken van 16-01-2015 tot 22-01-2015
Redactie: prof. mr. J.S. Nan en mr. C.L. van der Vis.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe SR Update aan. 

Rechtspraak
De afgelopen weken is een aantal zaken verschenen waarop ik u graag wijs:

Medeplegen voorhanden hebben vuurwapen (SR 2015-0022)
De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie het ter voorbereiding van een misdrijf opzettelijk voorhanden hebben van wapens is bewezenverklaard, over de motivering van die bewezenverklaring. Het hof heeft met betrekking tot de bewezenverklaring, voor zover van belang overwogen dat een doorgeladen vuurwapen een dag later is aangetroffen. De locatie van aantreffen van het vuurwapen was op minder dan vijf meter afstand van de aanhouding van de medeverdachte. Tevens is op die dag een handschoen en een bivakmuts aangetroffen in de nabijheid van de straat waar betrokkenen woonachtig zijn. Die medeverdachte heeft verklaard dat hij samen met zijn vriend, de (naar het hof begrijpt) verdachte, in Almere was. De verdachte heeft anders dan dat de medeverdachte degene was met wie hij in de auto van zijn zus naar Almere was gekomen niet willen verklaren over de medeverdachte. De Hoge Raad oordeelt dat de bestreden uitspraak niet naar eisen der wet met redenen is omkleed, aangezien de bewezenverklaring, voor zover inhoudende dat de verdachte tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk een vuurwapen voorhanden heeft gehad, niet zonder meer kan worden afgeleid uit de door het hof gebezigde bewijsvoering. De omstandigheid dat een dag later op minder dan vijf meter afstand van de plaats van de aanhouding van de medeverdachte een vuurwapen is aangetroffen, door het hof in dat verband in aanmerking genomen, volstaat daartoe niet.

Verstekverlening wegens ziekenhuisopname onjuist (SR-2015-0024)
De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie bij verstek bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht is bewezenverklaard, dat het hof ten onrechte verstek heeft verleend tegen de niet-verschenen verdachte aangezien de verdachte ten tijde van de behandeling van het hoger beroep in het ziekenhuis was opgenomen en hij niet vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn recht om bij de behandeling van zijn zaak aanwezig te zijn. Het hof heeft, blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting, tegen hem verstek verleend en het onderzoek gesloten. De Hoge Raad overweegt dat als uitgangspunt geldt dat indien de dagvaarding van een verdachte die in een GBA is ingeschreven, rechtsgeldig is betekend en de verdachte noch zijn raadsman op de terechtzitting is verschenen de rechter – behoudens duidelijke aanwijzingen van het tegendeel – kan uitgaan van het vermoeden dat de verdachte vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn recht om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht. Nochtans bestaat de mogelijkheid dat achteraf moet worden vastgesteld dat aan het recht van de verdachte om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht, is tekortgedaan. Dit kan zich voordoen indien de verdachte wegens ziekte is verhinderd op de terechtzitting te verschijnen zonder dat dit de rechter bekend was. Uit de in de conclusie van de advocaat-generaal weergegeven inhoud van de in cassatie overlegde stukken moet worden afgeleid dat de verdachte ten tijde van de behandeling van zijn strafzaak in hoger beroep in het ziekenhuis verbleef en om die reden verhinderd was op de terechtzitting in hoger beroep te verschijnen, zodat de beslissing van het hof om tegen de verdachte verstek te verlenen, achteraf bezien onjuist was. Gelet op het grote belang van de verdachte om bij de behandeling van zijn zaak aanwezig te zijn brengt het vorenoverwogene mee dat de verdachte de mogelijkheid dient te hebben om zijn zaak alsnog in hoger beroep in zijn tegenwoordigheid te doen behandelen.

Verstekverlening wegens detentie in andere strafzaak onjuist (SR 2015-0026)
De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie bij verstek belediging van een ambtenaar in functie is bewezenverklaard, dat het hof ten onrechte verstek heeft verleend tegen de niet verschenen verdachte aangezien de verdachte ten tijde van de behandeling van het hoger beroep uit andere hoofde was gedetineerd en hij niet vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn recht om bij de behandeling van zijn zaak aanwezig te zijn. Bij de stukken aan de Hoge Raad bevindt zich een akte van uitreiking – gehecht aan het dubbel van de dagvaarding om te verschijnen op de terechtzitting in hoger beroep van 10 februari 2014 – inhoudende dat die dagvaarding op 27 december 2013 in persoon aan de verdachte is uitgereikt. Het hof heeft blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting, tegen hem verstek verleend en het onderzoek gesloten. In cassatie is een ‘bewijs van ontslag’ van 15 februari 2014, inhoudende als verklaring van de directeur van het detentiecentrum Alphen a/d Rijn dat de verdachte in detentie heeft gezeten van 10 februari 2014 tot en met 15 februari 2014. De Hoge Raad overweegt dat als uitgangspunt geldt dat indien de dagvaarding aan een verdachte in persoon is uitgereikt en de verdachte noch zijn raadsman op de terechtzitting is verschenen de rechter – behoudens duidelijke aanwijzingen van het tegendeel – kan uitgaan van het vermoeden dat de verdachte vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn recht om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht. Nochtans bestaat de mogelijkheid dat achteraf moet worden vastgesteld dat aan het recht van de verdachte om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht, is tekortgedaan. Dit kan zich voordoen indien de verdachte, zoals naar moet worden aangenomen hier het geval is geweest, ten tijde van de behandeling van zijn zaak in verband met een andere strafzaak was gedetineerd zonder dat dit de rechter bekend was. Uit het hiervoor vermelde stuk moet worden afgeleid dat de verdachte ten tijde van de behandeling van zijn strafzaak in hoger beroep in verband met een andere zaak was gedetineerd, zodat de beslissing van het hof om tegen de verdachte verstek te verlenen en het onderzoek ter terechtzitting voort te zetten, achteraf bezien onjuist was. Gelet op het grote belang van de verdachte om bij de behandeling van zijn zaak aanwezig te zijn brengt het vorenoverwogene mee dat de verdachte de mogelijkheid dient te hebben om zijn zaak alsnog in hoger beroep in zijn tegenwoordigheid te doen behandelen.

SR Updates Talk | Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Graag wijs ik u op de SR-Talk sessie van donderdag 5 maart 2015, waarin de actuele jurisprudentie wordt besproken. 

Volg de online jurisprudentiebespreking Strafrecht, inclusief PO-punten.
Elke 6 tot 8 weken de meest actuele rechtspraak (incl. de Hoge Raad van de dinsdag ervoor) in één uur tijd besproken door prof. Paul Mevis, mr. Joost Verbaan of mr. dr. Joost Nan.
Eerstvolgende sessie 5 maart 2015: 16 – 18 uur
Kosten: € 138 excl. btw per sessie (2 PO-punt)

Nieuw rechtsgebied? Tijdelijke break?
Volg dan on demand de opnames van SR Updates Talk van medio 2013 tot heden.
Meer informatie en inschrijven: SR Updates Talk Live en On Demand

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar sr-updates@budh.nl.

Veel leesplezier.

Met vriendelijke groet,

J.H.J. Verbaan
Hoofdredacteur SR Updates