Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe SR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Vanwege het reces van de Hoge Raad zijn de afgelopen weken geen arresten gewezen. Graag wijs ik u op onderstaand vonnis. Na het reces zal weer een reguliere nieuwsbrief verschijnen.
Schietende agent veroordeeld (SR 2015-0330)
Deze uitspraak van de Rechtbank Limburg heeft voor de nodige commotie gezorgd. De feiten in de zaak zijn kort weergegeven als volgt. De verdachte maakte deel uit van een aanhoudingseenheid ten behoeve van een aanhouding wegens verdenking van betrokkenheid bij een aantal ramkraken. Op het moment dat de aanhoudingseenheid de procedure tot het aanhouden inzette op een parkeerplaats, probeerde de betreffende persoon (slachtoffer 2) met de auto te vluchten. Verdachte schoot vervolgens, als gevolg waarvan de bijrijder (slachtoffer 1) door een kogel werd geraakt en ernstig letsel opliep. In eerste instantie werd de zaak geseponeerd, maar na een artikel 12 Sv-procedure werd de zaak door het Gerechtshof Den Bosch in december 2014 alsnog naar de zitting verwezen.
Zowel de officier van justitie als de verdediging bepleiten primair vrijspraak wegens onvoldoende bewijs en het ontbreken van voorwaardelijk opzet. Subsidiair wordt geconcludeerd tot ontslag van alle rechtsvervolging wegens noodweer, meer subsidiair wegens noodweerexces. Voorts heeft de raadsman bepleit dat verdachte heeft gehandeld conform artikel 7 lid 1 van de Politiewet 2012. De verdachte mocht er in redelijkheid van uitgaan dat het gebruik van het vuurwapen in de onderhavige situatie geoorloofd was.
Gezien de aangifte, de verklaring van de verdachte en het geconstateerde letsel acht de rechtbank bewezen dat de verdachte een kogel heeft afgevuurd in de richting van [slachtoffer 2], waarbij die kogel het lichaam van [slachtoffer 1] is binnengedrongen. De verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij mogelijk [slachtoffer 1] in plaats van [slachtoffer 2] in zijn rompstreek zou raken en, gezien de ligging van vitale organen in de borststreek, daarbij zou doden. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat de verdachte het voorwaardelijk opzet op de dood van [slachtoffer 1] had. Tevens verwijst de rechtbank naar het standpunt van de raadsman dat verdachte heeft gehandeld conform de Politiewet 2012. Echter, nu de raadsman hier geen uitdrukkelijke conclusies aan heeft verbonden, bijvoorbeeld in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, behoeft het verweer van de raadsman geen (verdere) bespreking. De rechtbank merkt daarbij nog wel op dat de hoofdofficier in zijn schrijven van 12 februari 2014 (sepotbeslissing) tot de conclusie is gekomen dat verdachte in strijd met de Ambtsinstructie van Politie, de Koninklijke Marechaussee en andere opsporingsambtenaren heeft gehandeld.
De verdachte heeft verklaard dat hij vreesde voor zijn leven en dat hij bang was dat de auto zijn collega’s aan zou rijden. De rechtbank heeft een uitvoerige reconstructie van de feiten weergegeven. Gelet op de omstandigheden van de zaak is de rechtbank tevens van oordeel dat er geen sprake was van een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding jegens verdachte of een van diens collega’s voorafgaand aan het moment dat de verdachte schoot. Ook pal na het schot was er van een dergelijke situatie geen sprake. Om deze reden verwerpt de rechtbank het beroep op noodweer en het beroep op noodweerexces.
Hoewel ter zake geen verweer is gevoerd, heeft de rechtbank, gelet op de door de verdachte ter terechtzitting gekozen bewoordingen tijdens het onderzoek naar de feiten, ambtshalve de vraag beantwoord of er zijdens de verdachte sprake was van psychische overmacht. Hoewel de rechtbank er zonder meer van uit gaat dat de situatie op het parkeerterrein, zoals de verdachte ook heeft verklaard, stresserend was, acht zij de psychische nood van de verdachte niet zodanig te objectiveren aan de hand van de genoemde bewijsmiddelen dat dit de conclusie kan staven dat de verdachte, op het moment van het begaan van het feit, zich zodanig in een psychische overmacht-situatie bevond dat hij niet anders kon of behoorde te handelen dan hij heeft gedaan. Ook is verdachte getraind in het verrichten van risicovolle aanhoudingen.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte onder de gegeven omstandigheden buitenproportioneel en ondoordacht heeft gehandeld. De rechtbank rekent de verdachte dit aan. De rechtbank heeft meegewogen dat verdachte politieagent is en het strafbare feit heeft gepleegd in de uitoefening van zijn functie, maar ziet daarin onvoldoende valide zijnde reden om af te wijken van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Dat het schietincident en (uitkomst van) de strafzaak een grote impact hebben gehad en nog zal hebben op het leven van de verdachte, realiseert de rechtbank zich terdege en heeft zij bij haar oordeel betrokken. Ten slotte weegt mee dat het feit bijna twee jaar geleden heeft plaatsgevonden.
Verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren. Na een discussie over de hoogte van de schadevergoedingsmaatregel wordt verdachte tevens veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer.
Geen strafoplegging agenten schietincident Rotterdam
Deze week is bekendgemaakt dat de agenten van het ‘Rotterdamse schietincident’ zijn ontslagen van alle rechtsvervolging (zie hier het bericht op rechtspraak.nl met een verwijzing naar de uitspraak).
Annotatie
In dit commentaar is eerst kort het cassatiemiddel aan de orde dat klaagt over het oordeel van de rechtbank dat een deel van de in beslag genomen stukken niet valt onder het van de klager afgeleide verschoningsrecht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Daarna wordt verder ingegaan op het verschoningsrecht…’, zo begint de recent geplaatste annotatie van B.J.F. Keupink bij ECLI:NL:HR:2015:1701, SR2015-0291, waar ik u graag op attendeer.
SR Updates Talk | Weinig tijd maar toch up to date blijven?
SR Talk biedt u de unieke gelegenheid om per kwartaal online te worden bijgepraat over de laatste ontwikkelingen op het gebied van het straf(proces)recht. Graag wijs ik u op de SR Talk-sessie van donderdag 3 september en 3 december 2015, waarin de actuele jurisprudentie wordt besproken.
Meer informatie en inschrijven
Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar
sr-updates@budh.nl.
Veel leesplezier.
Met vriendelijke groet,
B.A. Salverda
Redacteur SR Updates