Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
De afgelopen week is een aantal zaken verschenen waarop ik u graag wijs.

Onvoldoende motivering van uitsluiting bewijs (SR 2014-0333)
Het Openbaar Ministerie klaagt ten aanzien van een vrijspraak van een verdachte, wie het voorhanden hebben en overdragen van een grote partij wapens en munitie (categorie II en III) en het in elk geval aanwezig hebben van softdrugs (hennep) ten laste was gelegd, over de motivering van het door het hof aan de geconstateerde verzuimen verbonden, rechtsgevolg van bewijsuitsluiting. Het hof heeft dat gevolg verbonden aan het oordeel dat verdachte geen afstand heeft gedaan van zijn recht om voorafgaand aan het eerste verhoor te overleggen met een raadsman, aan het oordeel dat het binnentreden in de woning van de verdachte onrechtmatig was en aan het oordeel dat bepaalde gesprekken in het dossier voortkwamen als resultaat van gesprekken die onder het verschoningsrecht vielen. Ten aanzien van het afstand doen van het recht om voorafgaand met een raadsman te consulteren heeft het hof geoordeeld dat aan de mededeling van de verdachte dat hij ‘zijn rechten kent’ niet de conclusie kan worden verbonden dat hij uitdrukkelijk dan wel stilzwijgend doch in elk geval ondubbelzinnig afstand heeft gedaan van zijn recht om voorafgaand aan het verhoor door de politie aangaande zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit een advocaat te raadplegen. Ten aanzien van het binnentreden heeft het hof geoordeeld dat uit de informatie van de CIE, waarvan de betrouwbaarheid niet kon worden vastgesteld, geen redelijk vermoeden van aanwezigheid van wapens en munitie, als bedoeld in artikel 49 Wet wapens en munitie, kon worden vastgesteld zodat het binnentreden als onrechtmatig moet worden aangemerkt. Ten aanzien van het uitsluiten van overig bewijs in het dossier oordeelde het hof dat dit bewijsmateriaal tot stand is gekomen op grond van enkel de bekennende verklaring van de verdachte die hij heeft afgelegd nadat hij geconfronteerd was met de inhoud van de desbetreffende geheimhoudersgesprekken die niet tot het bewijs mogen worden gerekend. De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het hof met betrekking tot schending van de ‘Salduz-norm’ niet onbegrijpelijk is en toereikend is gemotiveerd. Ten aanzien van het oordeel van het hof dat van een redelijk vermoeden van de aanwezigheid van wapens en munitie geen sprake is, oordeelt de Hoge Raad dat dat oordeel niet begrijpelijk is zonder nadere motivering mede in aanmerking genomen dat uit het politieregister volgde dat tegen verdachte aangifte van bedreiging met een vuurwapen was gedaan. Over het oordeel van het hof dat overig bewijs moet worden uitgesloten oordeelt de Hoge Raad dat het (in NJ 2013/308) regels heeft geformuleerd over de toepassing van bewijsuitsluiting en dat mede in het licht van die regels aan de vaststelling van rechtsgevolgen ten aanzien van zogenoemde vruchten van dat bewijsmateriaal motiveringseisen worden gesteld zodat ook in cassatie met voldoende precisie kan worden getoetst in hoeverre dat andere bewijsmateriaal telkens daadwerkelijk kan worden aangemerkt als uitsluitend en rechtstreeks gevolg van eerder verkregen, nadien uitgesloten bewijsmateriaal. In dat opzicht schiet de motivering van het hof tekort.

Getuigentraining leidt niet tot niet-ontvankelijkheid (SR 2014-0336)
De verdediging klaagt namens verdachte, veroordeeld voor onder andere opzettelijke vrijheidsberoving, bedreiging met enig geweld tegen het leven gericht, poging tot diefstal vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, over de verwerping van het hof van het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie althans tot bewijsuitsluiting en over de motivering van het hof dat sprake is van een begin van uitvoering van diefstal met geweld. Ten aanzien van het verweer tot niet-ontvankelijkheid althans tot bewijsuitsluiting heeft het hof geoordeeld dat de geconstateerde onregelmatigheden niet van dien aard zijn dat zij tot niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging van de verdachte of tot bewijsuitsluiting moeten leiden. Dat oordeel wordt onder meer onderbouwd doordat het in het onderhavige geval niet gaat om een onherstelbare fout, aangezien de desbetreffende getuige – toen een proces-verbaal van meineed werd verzocht – alsnog openheid van zaken heeft gegeven en het hof geen reden had om aan te nemen dat de verklaring die de getuige vanaf het laatstgenoemde moment heeft afgelegd in strijd met de waarheid is. Derhalve is geen sprake van een onherstelbare schending van de rechten van de verdediging. Bovendien oordeelt het hof dat de proceshouding van de getuige niet toe te rekenen is aan het Openbaar Ministerie. Ten aanzien van het verweer dat geen sprake was van begin van uitvoering oordeelt het hof dat het ervan uitgaat dat verdachten het voornemen hadden om het telkantoor van de Hoogvliet in Zoeterwoude te overvallen. Daartoe zijn zij, nadat zij op verschillende dagen plaatsen hadden afgelegd, gerelateerd aan dat kantoor, eerst naar de woning van slachtoffer gegaan, alwaar zij onder bedreiging van vermoedelijk een vuurwapen is ondervraagd over de kluis, de hoeveelheid geld in de kluis op dat moment en wie van haar collega's de volgende ochtend zou komen werken. Dat de verdachten, na deze vragen aan slachtoffer te hebben gesteld, de woning weer zouden hebben verlaten om – na beraad – vervolgens op een ander moment het telcentrum te overvallen of aldaar in te breken, acht het hof uitermate onwaarschijnlijk. Daarbij neemt het hof mede in aanmerking dat een ander slachtoffer de overvallers heeft horen zeggen dat zij zijn vrouw naar de kluis zouden meenemen en aan de vrouw is gevraagd of zij wilde meewerken. Verder dragen ook de goederen, zoals tie-wraps, wapens, pruiken en opplaksnorren, die konden dienen als vermomming, die de verdachten naar en in de woning van het slachtoffer hadden meegenomen bij aan de uitvoering van het plan. Derhalve gaat het hof voorbij aan de stelling van de verdediging en beschouwt de gedragingen van de verdachten als een opeenvolgend geheel, welke tot een voltooiing van het delict zouden hebben geleid als de verdachten niet door de politie waren gestoord. De overval in de woning van slachtoffers en het tijdens die overval stellen van de bovengenoemde vragen, kan gezien de uiterlijke verschijningsvorm worden beschouwd als een begin van uitvoering. De Hoge Raad oordeelt ten aanzien van het gevoerde verweer tot niet-ontvankelijkheid of tot bewijsuitsluiting dat het oordeel van het hof dat de geconstateerde verzuimen niet van dien aard zijn dat het tot die consequenties moet leiden, geen blijk geeft van een onjuiste opvatting en toereikend gemotiveerd is. Het oordeel van het hof dat sprake is van een strafbare poging om het telcentrum van de Hoogvliet te overvallen geeft volgens de Hoge Raad geen blijk van een onjuiste opvatting omtrent het begrip ‘begin van uitvoering van het voornemen’. (zie ook SR-2014-0335 en SR-2014-0334)

SR Talk Sessie:
Graag wijs ik u op de SR-Talk sessie van donderdag 30 oktober 2014 en donderdag 11 december 2014, waarin de actuele jurisprudentie wordt besproken. De link is te vinden op deze site. 

SR Updates Talk | Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebespreking Strafrecht, inclusief PO-punten.

Elke 6 tot 8 weken de meest actuele rechtspraak (incl. de Hoge Raad van de dinsdag ervoor) in één uur tijd besproken door prof. Paul Mevis, mr. Joost Verbaan of mr. dr. Joost Nan.

Eerstvolgende sessie 30 oktober: 17 – 18 uur 

Kosten: € 69 excl. btw per sessie (1 PO-punt)
Nieuw rechtsgebied? Tijdelijke break?
Volg dan on demand de opnames van SR Updates Talk van medio 2013 tot heden.
Meer informatie en inschrijven: SR Updates Talk Live en On Demand

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief , dan kunt u mailen naar sr-updates@budh.nl.

Veel leesplezier.

Met vriendelijke groet,

J.H.J. Verbaan
Hoofdredacteur SR Updates