Naar boven ↑

Update

Nummer 28, 2014
Uitspraken van 05-09-2014 tot 11-09-2014
Redactie: prof. mr. J.S. Nan en mr. C.L. van der Vis.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
De afgelopen week is een aantal zaken verschenen waarop ik u graag wijs:

Onvoldoende motivering aanzienlijke schending van belangrijke strafvorderlijke voorschriften (SR 2014-0326)
Het Openbaar Ministerie klaagt ten aanzien van een vrijspraak van een verdachte, wie het medeplegen van opzettelijk strijdig met het verbod gegeven in artikel 2 onder B Opiumwet, handelen ten laste was gelegd, over de motivering van het door het hof aan de geconstateerde verzuimen verbonden rechtsgevolg van bewijsuitsluiting. Het hof heeft vastgesteld dat voor de uitoefening van de bevoegdheden genoemd in artikel 126j en 126i Sv een opsporingsambtenaar in dienst van een vreemde staat, is ingezet en dat die inzet niet door de onderliggende bevelen is gedekt. Bovendien blijkt uit het dossier dat de betreffende officier van justitie van meet af aan weet moet hebben gehad van de inzet van een opsporingsambtenaar in dienst van een vreemde staat. Het hof oordeelt dat de bekendheid van de officier van justitie met het buitenlandse karakter van de inzet niet voldoende is om het gebrek in de bevelen van de vermelding dat het een opsporingsambtenaar in dienst van een vreemde staat betrof te helen. Hierbij neemt het hof in aanmerking dat een van de doelen van de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden is de controle op de opsporing te vergroten. De officier van justitie had derhalve van de bevoegdheid, vermeld in artikel 126j Sv, vierde lid, te weten de bevoegdheid tot het geven van een bevel aan personen in dienst van een vreemde staat, gebruik moeten maken op de wijze als in die bepaling vermeld. Het hof wijst er hier bij op dat juist in het kader van de afwegingen in het kader van de uitoefening van die bevoegdheid aspecten dienen mee te wegen als (betrouwbaarheids-)risico's verbonden aan communicatie met buitenlandse opsporingsambtenaren, dan wel aan de bij hen bestaande mate van bekendheid met de relevante Nederlandse strafrechtelijke en strafvorderlijke regelingen. Het hof is niet gebleken dat de officier van justitie dergelijke risico's (op andere wijze) heeft meegewogen bij het geven van het bevel tot stelselmatige inwinning van informatie. Het hof constateert ook nog andere gebreken in de bevelen. Het hof constateert dan ook dat er bij de bevelen ex artikel 126j Sv bij de inzet van A-1702 sprake is van meerdere normschendingen die kunnen worden aangemerkt als onherstelbare vormverzuimen als bedoeld in artikel 359a Sv. Dit dient echter naar het oordeel van het hof niet te leiden tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Van niet-ontvankelijkheid kan immers slechts sprake zijn indien het vormverzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan. Van dat laatste is het hof niet gebleken. Het hof oordeelt dat de gebreken echter niet zonder gevolg kunnen blijven en sluit nu sprake is van schending van een belangrijk strafvorderlijk voorschrift dat het door de inzet van de opsporingsambtenaar in vreemde dienst verkregen materiaal in het kader van de stelselmatige informatie-inwinning wordt uitgesloten van het bewijs. Ten aanzien van de toepassing van het bevel in artikel 126i Sv oordeelt het hof dat het bevel voor een andere verdachte is aangevraagd dan het is verleend en dat met uitzondering van het eerste bevel niet wordt vermeld dat een opsporingsambtenaar in dienst van een vreemde staat zal worden ingezet, hoewel dat alternatief wel in de aanvragen is vermeld. Bovendien blijkt uit voornoemde aanvragen en de daaraan ten grondslag liggende gegevens dat, voor de grond van de aanvragen telkens en met name wordt verwezen naar gegevens en omstandigheden waarbij de opsporingsambtenaar in dienst van de vreemde staat die het bevel stelselmatige informatie-inwinning uitvoerde een bepalende rol speelde. Het hof oordeelt dat de bevelen tot pseudokoop/dienstverlening wegens hun nauwe verwevenheid dan ook niet los kunnen worden gezien van de bevelen tot het stelselmatig inwinnen van informatie. Dat betekent dat ook ten aanzien van de bevelen ex artikel 126j Sv, de bewijsmiddelen die rechtstreeks zijn te herleiden tot de inzet van de opsporingsambtenaar in dienst van de vreemde staat in het kader van de pseudokoop/dienstverlening van de bewijsbeslissing dienen te worden uitgesloten. De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel dat sprake is van een schending van belangrijke strafvorderlijke voorschriften door het hof ontoereikend is gemotiveerd. Daarbij in aanmerking nemende dat het hof niet kenbaar aandacht heeft besteed aan de in artikel 359a, tweede lid, Sv genoemde factoren terwijl het hof niet heeft aangegeven of, en in welke mate de geschonden voorschriften strekten tot verzekering van het recht van de verdachte op een eerlijk proces dan wel dat sprake was van een ander (strafvorderlijk) voorschrift waardoor een zeer ingrijpende inbreuk op een grondrecht van de verdachte tot toepassing van bewijsuitsluiting noopte. (zie ook SR-2014-0329)

Vrijspraak niet onbegrijpelijk gelet op vrijheid waardering bewijsmateriaal (SR 2014-0328)
Het Openbaar Ministerie klaagt over de vrijspraak van hof van de verdachte, aan wie medeplegen dan wel poging tot medeplegen van moord was tenlastegelegd. Het hof oordeelde dat op grond van het aanwezige bewijsmateriaal niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachten aanwezig zijn geweest bij de moord en of poging tot moord op de A73 en dat zij daar hebben geschoten op de slachtoffers. Evenmin kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachten opzet hadden op het medeplegen van het levensdelict of op het behulpzaam zijn daarbij. De bewijsmiddelen zijn – ook in onderlinge samenhang bezien – daarvoor onvoldoende redengevend. Verdachten zijn niet door bewijsmiddelen te koppelen aan plaats en tijd van het delict. Er moet een te grote stap worden gezet om te concluderen dat zij de uitpeilset ook na 23.15 uur in hun bezit hebben gehouden, het baken hebben geplakt, de auto met daarin de slachtoffers hebben gevolgd en op hen, na 2.20 uur, hebben geschoten, dan wel dat anderen dat in hun opdracht hebben gedaan of althans dat zij aan deze misdaad medeplichtig zijn geweest. De Hoge Raad oordeelt dat moet worden vooropgesteld dat in cassatie niet kan worden onderzocht of de feitenrechter die de verdachte op grond van zijn feitelijke waardering van het bewijsmateriaal terecht tot zijn oordeel is gekomen. Het hof heeft geoordeeld dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte en zijn medeverdachte aanwezig zijn geweest bij de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten, de moord en of poging tot moord op de A73, en evenmin dat de verdachten opzet hadden op het medeplegen van deze delicten of op het behulpzaam zijn daarbij.

SR Talk Sessie:
Graag wijs ik u op de SR-Talk sessie van donderdag 30 oktober 2014 en donderdag 11 december 2014, waarin de actuele jurisprudentie wordt besproken. De link is te vinden op deze site.

SR Updates Talk | Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebespreking Strafrecht, inclusief PO-punten.

Elke 6 tot 8 weken de meest actuele rechtspraak (incl. de Hoge Raad van de dinsdag ervoor) in één uur tijd besproken door prof. Paul Mevis, mr. Joost Verbaan of mr. dr. Joost Nan.

Eerstvolgende sessie 30 oktober: 17 – 18 uur
Kosten: € 69 excl. btw per sessie (1 PO-punt)

Nieuw rechtsgebied? Tijdelijke break?
Volg dan on demand de opnames van SR Updates Talk van medio 2013 tot heden.
Meer informatie en inschrijven: SR Updates Talk Live en On Demand

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar sr-updates@budh.nl.
Veel leesplezier.

Met vriendelijke groet,

J.H.J. Verbaan
Hoofdredacteur SR Updates