Naar boven ↑

Update

Nummer 11, 2014
Uitspraken van 21-03-2014 tot 28-03-2014
Redactie: prof. mr. J.S. Nan en mr. C.L. van der Vis.

Geachte heer/mevrouw, 

Rechtspraak
De afgelopen weken is een aantal zaken verschenen waarop ik u graag wijs.

Rijden ‘zonder rijbewijs’ (SR 2014-0146)
De verdediging klaagt namens de verdachte, ten aanzien van wie het rijden onder invloed van alcohol zonder rijbewijs is bewezen, dat het hof besturen van een motorrijtuig ‘zonder rijbewijs’ heeft bewezenverklaard en ten onrechte art. 8, derde en vierde lid, WVW 1994 heeft toegepast. Het hof heeft die bewezenverklaring doen steunen op de verklaring van de verdachte inhoudende dat hij, kort gezegd, geen rijbewijs had omdat het ongeldig was verklaard en een ongeldigverklaring van het rijbewijs van verdachte vanaf 3 september 2010. De Hoge Raad oordeelt dat de tenlastelegging is toegesneden op art. 8 WVW 1994. Daarom moet het in de tenlastelegging en bewezenverklaring voorkomend begrip ‘zonder rijbewijs’ geacht worden te zijn gebezigd in dezelfde betekenis als daaraan toekomt in het vierde lid van die bepaling. Mede gelet op wetsgeschiedenis, waarin tot uitdrukking is gebracht dat de formulering van het vierde lid van art. 8 WVW 1994, zoals dat na 1 december 2011 luidt, een ‘verduidelijking’ is van de oude - hier toepasselijke - bepaling, dient het bestanddeel ‘zonder rijbewijs’ van art. 8, vierde lid, (oud) WVW 1994 te worden uitgelegd als ‘zonder dat aan hem een rijbewijs is afgegeven’. In de vaststelling van het hof dat het rijbewijs ongeldig was verklaard, ligt besloten dat het rijbewijs op enig moment is afgegeven. Het oordeel dat verdachte het motorrijtuig heeft bestuurd ‘zonder rijbewijs’ getuigt van onjuiste wetsuitleg. De Hoge Raad wijst de zaak evenwel niet terug daar het strafmaximum niet anders is indien de bestuurder wel een rijbewijs heeft.

Wederrechtelijke toegang in de zin van artikel 197a Sr (SR 2014-0147)
De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie bewezen is verklaard dat hij, kort gezegd, tezamen in vereniging zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel, over het oordeel van het hof dat de toegang tot Nederland van de in bewezenverklaring genoemde personen Warsama en Hussain wederrechtelijk, als bedoeld in artikel 197a Sr, is. Het hof heeft ten aanzien van hen vastgesteld, onder meer op grond van processen-verbaal van opsporingsambtenaren van het bureau van de afdeling Falsificaten te Schiphol, dat de door hen bij hun toegang tot Nederland gebruikte paspoorten niet op naam waren gesteld. De Hoge Raad oordeelt dat de bewezenverklaarde wederrechtelijkheid van de toegang tot het land als bedoeld in artikel 197a Sr daarmee toereikend gemotiveerd is. De opvatting dat de toegang tot Nederland die voorafgaat aan het doen van asielaanvraag, ook indien de vreemdeling die asielaanvraag wil doen niet in het bezit is van een geldig grensoverschrijdingsdocument, rechtmatig is, is onjuist. Het recht om in afwachting van een beslissing op asielaanvraag, in Nederland te verblijven op grond van artikel 8 aanhef en onder f. en h. Vreemdelingenwet reikt niet zo ver dat het de wederrechtelijkheid van toegang tot het land doet vervallen.

Wederspannigheid (SR 2014-0148)
Het Openbaar Ministerie klaagt over de vrijspraak van de ten laste gelegde wederspannigheid. Het hof heeft daartoe overwogen en vastgesteld dat verdachte, kort gezegd, is tenlastegelegd dat hij zich heeft verzet tegen zijn aanhouding door opsporingsambtenaren op station Den Haag Hollands Spoor. Daar ging een vechtpartij tussen verdachte en medepassagier en zijn vriend in de trein van Rotterdam naar Den Haag aan vooraf. De opsporingsambtenaren hebben zich, na een melding, naar het perron begeven en werden aangesproken door de medepassagier en zijn vriend, waarbij letsel bij één van hen werd geconstateerd. Hierop is een opsporingsambtenaar de trein ingegaan en is verdachte, bij wie ook letsel werd geconstateerd, verzocht uit te stappen. Na het voldoen aan dit verzoek werd verdachte op het perron aangehouden. Daartegen maakte verdachte bezwaar, omdat hij de indruk had dat alleen hij zou worden aangehouden voor mishandeling en heeft zich tegen de aanhouding verzet. Het hof oordeelt vervolgens dat, ofschoon de opsporingsambtenaren terecht tegen de verdachte een verdenking van mishandeling op heterdaad hebben aangenomen, in dit geval niet kan worden gezegd dat de verdachte zich, door zich tegen zijn aanhouding te verzetten, heeft verzet tegen opsporingsambtenaren in de rechtmatige uitoefening hunner bediening, omdat de opsporingsambtenaren met de aanhouding niet geacht kunnen worden ‘het belang op het oog te hebben gehad dat de voor het nemen van strafvorderlijke beslissingen vereiste waarheid aan de dag zou worden gebracht’. De Hoge Raad oordeelt dat het hof daarmee heeft miskend dat aan de rechtmatigheid van de aanhouding – en dus aan de rechtmatigheid van de uitoefening van de bediening – niet in de weg staat dat het opsporingsonderzoek naar het op heterdaad ontdekte feit, achteraf bezien, onvolledig of gebrekkig is geweest.

SR Talk Sessie
Graag wijs ik u op de SR-Talk sessie van 17 april 2014, waarin de actuele jurisprudentie wordt besproken. Klik hier voor meer informatie.

Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebespreking Strafrecht, inclusief PO-punten. In één uur tijd en op hoog niveau wordt u door prof. Paul Mevis, dr. Joost Nan of mr. Joost Verbaan bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het strafrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.

Data: 17-4, 5-6, 3-7, 4-9, 30-10, 11-12
Tijd: 17:00 tot 18:00 uur
Kosten: € 69 excl. btw per sessie (1 PO-punt)
Meer informatie en inschrijven: www.lawatweb.nl

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar sr-updates@budh.nl

Veel leesplezier.

Met vriendelijke groet,

J.H.J. Verbaan
Hoofdredacteur SR Updates

Hoge Raad