Update
Rechtspraak
Deze week is er een aantal zaken verschenen waarop ik u graag wijs.
Tongzoen
De Hoge Raad komt terug van zijn eerder aan artikel 242 WvSr gegeven interpretatie, HR NJ 1998/781 (‘tongzoen-arrest’), dat het geven van een tongzoen binnen de reikwijdte van de strafbaarstelling valt te brengen. Hoewel een tongzoen op zichzelf wel het binnendringen van het lichaam met een seksuele strekking oplevert, staan de eisen van rechtszekerheid er niet aan in de weg dat, dit in redelijkheid niet op één lijn kan worden gesteld met geslachtsgemeenschap of een daarmee wat de ernst van de inbreuk op de seksuele integriteit betreft, vergelijkbare gedraging. De Hoge Raad merkt op dat zijn nieuwe uitleg van de reikwijdte van artikel 242 WvSr geen grond voor herziening als bedoeld in artikel 457, eerste lid onder c, vormt.
Behandeling Sylvia Millecam door ‘Genezend Medium’ Jomanda
Verwerping cassatie beroep OM tegen vrijspraak Jomanda in de zaak Millecam. Het oordeel van het hof is niet onbegrijpelijk bevonden. Het hof heeft vastgesteld dat verdachte als ‘genezend medium’ met betrekking tot Millecam handelingen heeft verricht op het gebied van de gezondheidszorg/geneeskunst en in een geneeskundige behandelingsrelatie heeft gestaan tot Millecam, maar dat verdachte geen beroep uitoefende waarvoor inschrijving in een krachtens de Wet BIG ingesteld register is vereist. Het hof heeft tot uitgangspunt genomen dat de tenlastegelegde gedragingen moeten worden aangemerkt als handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1.1 Wet BIG, waarbij verdachte zich, nu zij niet als BIG-registreerde behandelaar optrad, diende te onthouden van gedragingen waardoor buiten noodzaak schade aan de gezondheid werd toegebracht of aanmerkelijke kans daarop ontstond. Voorts geldt volgens het hof de regeling in Boek 7, vijfde afdeling, BW met onder meer (art. 7:435 BW) de verplichting van de hulpverlener te handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard. Die standpunten zijn in cassatie niet bestreden. Het hof heeft niet aannemelijk bevonden dat de aard of inhoud van de adviezen en bijstand door verdachte, of de wijze waarop zij die verleende, reeds op zichzelf beschouwd tot benadeling van de gezondheid van Millecam konden leiden en/of de door artsen geboden zorg illusoir zouden maken. Dit oordeel moet aldus worden begrepen dat die adviezen en bijstand niet ertoe strekten Millecam ervan te weerhouden artsen te blijven bezoeken en haar daarvan ook niet hebben weerhouden, en om die reden niet gezegd kan worden dat die adviezen en bijstand zonder noodzaak schade aan de gezondheid van Millecam hebben veroorzaakt en evenmin dat verdachte aldus heeft gehandeld in strijd met artikel 7:453 BW. In dit oordeel ligt immers besloten (i) dat de omstandigheid dat verdachte haar adviezen en bijstand vergezeld heeft doen gaan van het advies (ook) een arts te bezoeken, waardoor niet snel sprake is van een grove schending van de op verdachte rustende zorgplicht, als belangrijke indicatie kan worden aangemerkt dat verdachte de aanmerkelijke kans op benadeling van de gezondheid niet heeft aanvaard, en (ii) verdachte het gevaar dat Millecam het in de tll. omschreven letsel zou oplopen niet zodanig heeft verhoogd dat dat gevolg aan het handelen van verdachte kan worden toegerekend.
Ne bis in idem
De Hoge Raad herhaalt het relevante toetsingskader uit HR 1 februari 2011, LJN BM9102. Het betreft een vordering wijziging tll, art 313 Sv. De tll is toegesneden op artikel 416/417bis Sr en de vordering wijziging tll. op artikel 321 Sr. Zowel het verschil in de juridische aard van de aan verdachte verweten feiten als het verschil tussen de omschreven gedragingen loopt niet zodanig uiteen dat geen sprake kan zijn van ‘hetzelfde feit’ i.d.z.v. artikel 68 Sr. De misdrijven (schuld)heling en verduistering strekken immers mede ter bescherming van het vermogen van de rechthebbende, terwijl de strafmaxima die op (schuld)heling en verduistering zijn gesteld, slechts in geringe mate uiteenlopen. Het hof heeft de vordering wijziging tll. zonder blijk te geven van een onjuiste rechtsopvatting kunnen toewijzen. Het kennelijke oordeel van het hof dat in de omstandigheden van het geval de desbetreffende gedragingen dezelfde fiets betreffen en als één feitencomplex kunnen worden aangemerkt, is evenmin onbegrijpelijk.
Persoonsverwisseling
Bij in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Amsterdam van 30 oktober 2009 met parketnummer 13/855215-09, is de aanvrager wegens ‘diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren’ bij verstek veroordeeld tot gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Voorts heeft de Politierechter de teruggave gelast van twee inbeslaggenomen videobanden.
De conclusie van de A-G geeft steun aan de stelling waarop de aanvraag berust, te weten dat in de zaak die heeft geleid tot de uitspraak waarvan herziening is gevraagd sprake is geweest van een persoonsverwisseling.
Belaging
Artikel 285b.1 Sr.’s Hofs oordeel dat verdachte stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van X geeft, mede gelet op de ontstaansgeschiedenis van artikel 285b.1 Sr en in aanmerking genomen hetgeen de bewijsmiddelen inhouden omtrent de indringendheid, duur en frequentie alsmede omtrent de aard van de gedragingen van verdachte en de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden, niet blijk van een onjuiste uitleg van artikel 285b.1 Sr. De omstandigheid dat slechts een beperkt aantal sms-berichten in een periode van een week zijn verstuurd staat in dit geval niet aan het aannemen van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van X in de weg, in aanmerking genomen ’s Hofs vaststelling dat de drie anonieme verzonden sms-berichten gaandeweg specifieker en indringender werden, refereerden aan de functionele betrokkenheid bij een grootschalig opsporingsonderzoek naar wapenhandel, bij X leidden tot angst voor haar eigen veiligheid en die van haar kinderen, tot ontwrichting van haar sociale leven, haar belemmerden in haar werk, en teweegbrachten dat zij tijdelijk in het buitenland is ondergebracht.
Virtuele Kinderporno
Artikel 240b.1 (oud) Sr, artikel 2 aanhef onder c Facultatief Protocol inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie bij het IVRK. ‘Schijnbaar betrokken’. ’s Hofs oordeel dat onder de strafbepaling van artikel 240b Sr ook begrepen is een realistische afbeelding van een niet-bestaand kind in de zin dat de afbeelding niet van echt is te onderscheiden, is juist. Het feitelijke oordeel dat de in de tll. onder gedachtestreepjes 5 t/m 8 omschreven afbeeldingen niet als realistisch in deze zin zijn aan te merken, is gelet ook op de niet bestreden vaststellingen dat de afgebeelde personen ‘geen echte kinderen’ zijn en dat voor ‘de gemiddelde kijker (en ook kinderen) (...) aanstonds blijkt dat het gaat om gemanipuleerde afbeeldingen’ niet onbegrijpelijk. De toepasselijke internationale regelgeving leidt niet tot een ander oordeel. De in voornoemd Facultatief Protocol gegeven definitie van ‘child pornography’ heeft niet ook betrekking op niet realistische afbeeldingen van niet-bestaande kinderen.
SR Poll:
100% was het eens met de stelling: Ruim vier jaar na het Salduz-arrest dient voortvarend aan ‘Het wetsvoorstel rechtsbijstand en politieverhoor’ te worden gewerkt. 0% was het oneens met de stelling.
De nieuwe stelling luidt: Gezien het nieuwe arrest met betrekking tot tongzoenen en artikel 242 Sr dient de overheid de bepaling aan te passen om meer helderheid te bieden. Breng hier uw stem uit.
Weinig tijd maar toch up-to-date blijven?
Volg de online jurisprudentiebespreking Strafrecht, incl. PO-punten
In één uur tijd en op hoog niveau wordt u elke zes weken door prof. Hans de Doelder of mr. Joost Verbaan bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het strafrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 14-3; 16-5; 4-7; 12-9; 31-10; 12-12
Tijd: 17:00 tot 18:00 uur
Kosten: €69,- excl. btw per sessie (1 PO-punt ).
Meer informatie en inschrijven
www.lawatweb.nl
Hoge Raad
- Hoge Raad Verwerping noodweer en bewijsklacht 12-03-2013
- Hoge Raad Tongzoen ‘ verkrachting’ in de zin van artikel 242 Sr? 12-03-2013
- Hoge Raad Verkrachting 12-03-2013
- Hoge Raad Vordering wijzing tenlastelegging 12-03-2013
- Hoge Raad OM-cassatie tegen vrijspraak Jomanda in de zaak Millecam 12-03-2013
- Hoge Raad Afwijzing (voorwaardelijk) verzoek tot het laten verrichten van een DNA-tegenonderzoek 12-03-2013
- Hoge Raad Schijnbaar betrokken 12-03-2013
- Hoge Raad Strafoplegging 12-03-2013
- Hoge Raad (doen) Horen getuige omtrent diens niet ter terechtzitting afgelegde, belastende verklaring 12-03-2013
- Hoge Raad Profijtontneming en schending redelijke termijn 12-03-2013
- Hoge Raad Profijtontneming 12-03-2013
- Hoge Raad Bewijsklacht medeplichtigheid aan opzettelijk handelen 12-03-2013
- Hoge Raad Slagende betekenisklacht 12-03-2013
- Hoge Raad Conservatoir beslag ten laste van C. strekkende tot bewaring van het recht van verhaal van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. 12-03-2013
- Hoge Raad Noodweer 05-03-2013
- Hoge Raad Omzetting voorwaardelijke jeugddetentie in gevangenisstraf 05-03-2013
- Hoge Raad Bewijsverweren 05-03-2013
- Hoge Raad Ontoereikende strafmotivering jeugdzaak 05-03-2013
- Hoge Raad Medeplegen 05-03-2013
- Hoge Raad Falende bewijsklacht met betrekking tot wederspanningheid 05-03-2013
- Hoge Raad Schriftuur 05-03-2013
- Hoge Raad Volmacht 05-03-2013
- Hoge Raad Noodweer(exces) - proportionaliteitseis 05-03-2013