Naar boven ↑

Update

Nummer 18, 2013
Uitspraken van 24-07-2013 tot 28-08-2013
Redactie: prof. mr. J.S. Nan en mr. C.L. van der Vis.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
De afgelopen week zijn er drie zaken verschenen waarop ik u graag wijs.

Cassatie in het belang der wet: duidelijkheid over artikel 14e Sr en het legaliteitsbeginsel (SR-2013-0331)
Het middel klaagt dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat artikel 14e Sr in het onderhavige geval buiten toepassing moet blijven wegens strijd met het legaliteitsbeginsel dat is vervat in artikel 1 lid 1 Sr. De reden van het instellen van het middel is dat er in de praktijk onduidelijkheid bestaat over de vraag of het nieuwe artikel 14e Sr kan worden toegepast in geval van bewezenverklaarde feiten die gepleegd zijn vóór 1 april 2012 (de datum van inwerkingtreding). De Hoge Raad geeft hier nu duidelijkheid over. De in artikel 14e Sr vervatte regeling voorziet in de mogelijkheid te bevelen dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d Sr uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn. Toepassing van artikel 14e Sr beïnvloedt dan ook enkel het moment waarop (een deel van) de opgelegde straf ten uitvoer kan worden gelegd. De invoering van deze regeling kan dus niet worden aangemerkt als een wijziging van wetgeving ten aanzien van de strafbaarstelling of de strafbedreiging. Tevens brengt artikel 14e Sr geen wijziging in de aard en de maximale duur van de mogelijk ten uitvoer te leggen straf. Onmiddellijke toepassing van artikel 14e Sr is dan ook niet in strijd met het legaliteitsbeginsel. Het middel klaagt daarover terecht. De Hoge Raad vernietigt in het belang van de wet de bestreden uitspraak.

Van ‘Feitelijk dwingen’ als bedoeld in artikel 242 Sr kan slechts sprake zijn indien verdachte door die feitelijkheid opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer die handelingen tegen de wil heeft ondergaan. Van verjaring is geen sprake, de aan de tenlastelegging voorafgaande feiten en omstandigheden mogen worden betrokken bij het bewijs (SR-2013-0325)
Verdachte is veroordeeld voor verkrachting. Bewezen is verklaard dat verdachte psychisch en een uit feitelijk verhoudingen voortvloeiend overwicht op het slachtoffer had en dat verdachte meermalen heeft ingespeeld op de devotie/godvruchtigheid van het slachtoffer. Hierdoor ontstond een ongelijkwaardige situatie en kon het slachtoffer zich niet verzetten tegen de seksuele handelingen. Het middel klaagt over de uitleg van ‘een andere feitelijkheid’ zoals verwoord in artikel 242 Sr, alsmede over de verjaring van het feit. Het hof heeft geoordeeld dat er sprake was van door de verdachte uitgeoefende dwang. Verdachte wakkerde het geloof bij het van huis uit religieus opgevoede slachtoffer aan en liet haar geloven dat het seksueel contact de wil van God was. Het slachtoffer was door verdachte geïndoctrineerd, dit leverde een zodanige psychische druk op dat het voor het slachtoffer moeilijk was om zich aan de bewezenverklaarde handelingen te onttrekken. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste opvatting omtrent het begrip ‘een andere feitelijkheid’ als bedoeld in artikel 242 Sr. Van verjaring is geen sprake, de feiten en omstandigheden die voorafgaand aan de tenlastegelegde periode hebben plaatsgevonden, hebben bijgedragen aan de dwangsituatie. Die periode mag dus worden betrokken bij het bewijs.

Aanvraag tot herziening: voldoende beschikbaar bewijsmateriaal naast de geuridentificatieproef (SR-2013-0324)
Verdachte is veroordeeld voor diefstal. De aanvraag tot herziening berust op de stelling dat de zaak van de aanvrager destijds niet zou hebben geleid tot een veroordeling indien de rechter bekend zou zijn geweest met de omstandigheid dat sprake is van gerede twijfel aan de betrouwbaarheid en de wijze van uitvoering van een in deze zaak uitgevoerde geuridentificatieproef. Nu het bewezenverklaarde ook zonder het resultaat van de geuridentificatieproef uit het beschikbare bewijsmateriaal kan worden afgeleid (op grond van een aangifte en meerdere verklaringen), is er geen sprake van een grondslag voor herziening. Er is immers geen sprake van een ernstig vermoeden dat – mocht de geuridentificatieproef niet meegewogen zijn – vrijspraak van de rechter had gevolgd.

SR Updates Talk 4
Graag wijs ik u op de SR Updates Talk van 12 september 2013, verzorgd door mr. J.H.J. Verbaan, waarin hij de actuele jurisprudentie bespreekt. Klik hier voor meer informatie.

Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebespreking Strafrecht, incl. PO-punten.
In één uur tijd en op hoog niveau wordt u elke zes weken door prof. Hans de Doelder of mr. Joost Verbaan bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het strafrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 12-9; 31-10; 12-12
Tijd: 17:00 tot 18:00 uur
Kosten: € 69 excl. btw per sessie (1 PO-punt)
Meer informatie en inschrijven: www.lawatweb.nl

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar sr-updates@budh.nl.

Veel leesplezier.

Met vriendelijke groet,

B.A. Salverda
Redacteur SR Updates

Hoge Raad