Kon het hof oordelen dat de strafrechter gehouden is zelfstandig onderzoek te doen naar de rechtsgeldigheid van het besluit waarbij het rijbewijs van de verdachte is geschorst?

Is er sprake van soortgelijke feiten als bedoeld in artikel 36d Sr?

Moet de verdachte worden ontslagen van rechtsvervolging wegens onverenigbaarheid van de voorschriften en beperkingen en de strafvervolging met artikelen 10 en 11 EVRM?

Zijn er ‘voldoende aanwijzingen’ dat betrokkene het wederrechtelijk verkregen voordeel heeft verkregen uit hennepverkoop voorafgaand aan de in strafzaak bewezen verklaarde periode?

Is het oordeel van het hof dat het wederrechtelijk verkregen voordeel in lange periode kan worden ontleend aan de aantekeningen over de omzet in een periode van 21 dagen toereikend gemotiveerd in het licht van wat de verdediging heeft aangevoerd?

Is de aanzegging in cassatie rechtsgeldig betekend, nu niet blijkt dat de aanzegging is uitgereikt aan de autoriteit van welke zij is uitgegaan en dat het afschrift van de aanzegging is verzonden naar het adres van de verdachte?

Heeft het hof ten onrechte de duur van de gijzeling op negentig dagen bepaald en een gedeelte van de de vordering van de benadeelde partij afgewezen?

Kan het hof een verdachte niet-ontvankelijk verklaren ex artikel 416 lid 2 Sv als grieven per e-mail via ‘zivver’ tijdig zijn ontvangen maar niet in acht zijn genomen?

Is het verweer dat verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsgevolgen vanwege onverenigbaarheid van de strafvervolging met de artikelen 10 en 11 EVRM ten onrechte verworpen?

Kon het hof bij de strafoplegging volstaan met een verwijzing naar de strafmotivering in het proces-verbaal van de zitting, ondanks dat deze geen inhoudelijke weergave van de mondelinge motivering bevat?