In aanmerking genomen dat een vreemdeling niet behoort te worden vervolgd wegens het onmiskenbaar in het kader van zijn vlucht in het bezit hebben of aangewend hebben van vervalste documenten zolang, kort gezegd, op de door de vreemdeling gedane eerste asielaanvraag nog niet onherroepelijk is beslist (vgl. ECLI:NL:HR:2013:BY4310), levert het aangevoerde het ernstig vermoeden op dat de Politierechter, ware deze hiermee bekend geweest, het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk zou hebben verklaard in de strafvervolging van de aanvraagster ter zake onderhavig feit. Derhalve is sprake van een gegeven als bedoeld in artikel 457 lid 1 aanhef en onder c Sv.
Hoge Raad, 10-09-2013