Het hof heeft met de bewezenverklaringen, in het bijzonder van het onderdeel 'enig goed', geen rechtsregel geschonden, nu de tenlastelegging daartoe de ruimte bood doordat daarin, naast de nader omschreven goederen, telkens subsidiair 'enig goed' is opgenomen. In zoverre verschilt deze zaak met de zaak die ten grondslag lag aan ECLI:NL:HR:2012:BW3694, omdat in die zaak de tenlastelegging een dergelijke ruimte niet bood doordat uitsluitend een nadere specificatie van goederen was ten laste gelegd. Het verweer dat het hof de dagvaarding nietig had dienen te verklaren aangezien de feitelijke omschrijving van de ten laste gelegde gedragingen onvoldoende is wat betreft het onderdeel 'enig goed' kan niet voor het eerst in cassatie worden gevoerd, nu een dergelijk verweer samenhangt met waarderingen van feitelijke aard waarvoor in cassatie geen plaats is.
Hoge Raad, 10-12-2013