De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2013:963. Het hof heeft zijn oordeel, gelet op hetgeen in genoemd arrest is vooropgesteld met betrekking tot mogelijke contra-indicaties, ontoereikend gemotiveerd, mede in aanmerking genomen dat het hof kennelijk heeft geoordeeld dat de gelegenheid voor verdachte om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en om zich daarvan rekenschap te geven, zich direct na een woordenwisseling tussen het latere slachtoffer en verdachte in het bijzonder voordeed ‘in het tijdsbestek nadat hij zijn pistool had doorgeladen, ongeveer één meter in de richting van X liep en hij zijn pistool richtte op X’.
Hoge Raad, 07-01-2014