‘s Hofs overwegingen komen daarop neer dat in dit geval geen sprake is geweest van een doorzoeking, nu, voor zover hier van belang, slechts een niet-afgesloten roldeur van een koelruimte in de bedrijfshal is geopend, welke deur toegang gaf tot die in het pand aanwezige ruimte met een afmeting van ongeveer vijf bij zes meter, en vervolgens deze ruimte is betreden. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste opvatting, nu de bevoegdheid tot het binnentreden in een perceel omvat de bevoegdheid om zich de doorgang in dat perceel te verschaffen
Hoge Raad, 18-03-2014