Onttrekking aan pandrecht – Het hof heeft geoordeeld dat de handeling van de verdachte, te weten het zonder toestemming van [A] op eigen naam overschrijven van de aan [D] in eigendom toebehorende auto – waaruit het hof kennelijk, mede gelet op de e-mail van 20 december 2009, heeft afgeleid dat ook de eigendom van de auto aan de verdachte is overgedragen –, ertoe strekte de parate executie van het ten behoeve van [A] op deze auto gevestigde stil pandrecht te beletten, en deze auto aldus te ‘onttrekken aan het pandrecht’ als bedoeld in artikel 348 lid 1 Sr. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is, in aanmerking genomen de door het hof vastgestelde feiten en omstandigheden, niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd.
Hoge Raad, 22-04-2014