De enkele door het hof in aanmerking genomen omstandigheid dat verdachte zich van X, die hem had vastgepakt, heeft losgetrokken ten gevolge waarvan deze ten val is gekomen, vormt onvoldoende grond voor het oordeel dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zij daarvan pijn zou ondervinden. Daarnaast kan de bewezenverklaring, voor zover inhoudende dat verdachte de in de bewezenverklaring genoemde goederen ‘opzettelijk’ heeft vernield of beschadigd, niet zonder meer worden afgeleid uit de inhoud van de door het hof gebezigde bewijsvoering, waardoor de bestreden uitspraak niet naar de eis der wet met redenen is omkleed.
Hoge Raad, 08-07-2014