Het kennelijke oordeel van het hof dat het niet anders kan zijn dan dat de geldbedragen van enig misdrijf afkomstig waren, is niet zonder meer begrijpelijk.

Het oordeel van het hof dat de verdachte wist dat de poedermengsels bestemd waren om cocaïne en heroïne te versnijden, is toereikend gemotiveerd.

De bestreden uitspraak voldoet niet aan het vereiste dat de schatting van het op geld waardeerbare wederrechtelijk verkregen voordeel slechts ontleend kan worden aan wettige bewijsmiddelen.

Het oordeel van het hof dat de teelt zodanig grootschalig en professioneel was dat sprake was van handelen ‘in de uitoefening van een beroep of bedrijf’ geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.

De redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 lid 1 EVRM is overschreden omdat de stukken te laat door het hof zijn ingezonden.

De enkele omstandigheid dat de toegewezen kosten deels zijn gemaakt ten behoeve van benadeelde partijen die in hun vorderingen geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk zijn verklaard, staat er niet aan in de weg dat de uitspraak een beslissing dient te bevatten over de verwijzing in de door de benadeelde partijen gemaakte kosten.

Het oordeel van het hof, dat verdachte niet in een opwelling heeft gehandeld, is, gelet op het feit dat uit de overwegingen van het hof niet kan worden afgeleid wanneer het voornemen van verdachte is ontstaan om slachtoffer van het leven te beroven, ontoereikend gemotiveerd.

Het oordeel van het hof dat de geconstateerde onrechtmatigheden niet van dien aard zijn dat het OM niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is begrijpelijk en toereikend gemotiveerd.

Uit de enkele mededeling voorafgaand aan het eerste verhoor van verdachte dat hij ‘zijn rechten kent’ kan niet worden geconcludeerd dat hij afstand heeft gedaan van zijn recht om voorafgaand aan het verhoor een advocaat te raadplegen.

Het oordeel van het hof dat de geconstateerde onrechtmatigheden niet van dien aard zijn dat het OM niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is begrijpelijk en toereikend gemotiveerd.