Het hof heeft niet onbegrijpelijk geoordeeld dat de verbalisant, die redelijkerwijs ermee rekening kon en moest houden dat het vervoer van verdachte mogelijk gevaar zou opleveren voor de inzittenden van de politieauto, de beslissing om verdachte ten behoeve van het vervoer te boeien in de gegeven omstandigheden in redelijkheid heeft kunnen nemen.

Van de door de raadsman overgelegde fotokopie waaruit de dood van de verdachte blijkt, kan niet worden gesteld dat er in redelijkheid niet kan worden getwijfeld aan de betrouwbaarheid en herkomst ervan. De vervolging stuit derhalve niet af op artikel 69 Sr.

Uit de door het hof vastgestelde feiten en omstandigheden kan niet zonder meer volgen dat verdachte zich, voordat zijn medeverdachten zich de toegang tot de woning hadden verschaft, op enig moment heeft voorgenomen het slachtoffer van het leven te beroven.

Verdachte wordt niet-ontvankelijk verklaard, nu geen schriftuur houdende middelen van cassatie is ingediend.

Uit de door het hof vastgestelde feiten en omstandigheden kan niet zonder meer volgen dat verdachte zich, voordat zijn medeverdachten zich de toegang tot de woning hadden verschaft, op enig moment heeft voorgenomen het slachtoffer van het leven te beroven.

Uit de door het hof vastgestelde feiten en omstandigheden kan niet zonder meer volgen dat verdachte zich, voordat hij en de medeverdachten zich de toegang tot de woning hadden verschaft, op enig moment heeft voorgenomen het slachtoffer van het leven te beroven.

Uit de door het hof vastgestelde feiten en omstandigheden kan niet zonder meer volgen dat verdachte zich, voordat zijn medeverdachten zich de toegang tot de woning hadden verschaft, op enig moment heeft voorgenomen het slachtoffer van het leven te beroven.

Het hof heeft terecht geoordeeld dat betrokkene zichzelf niet blootstelt aan het gevaar van een strafrechtelijke veroordeling als hij de vraag beantwoordt wie op hem heeft geschoten.

Het hof heeft bij zijn beslissing tot afwijzing van het verzoek tot het benoemen van een deskundige voor nader onderzoek naar de beeldherkenningen van de verdachte de juiste maatstaf toegepast.

Het hof heeft ten onrechte toepassing gegeven aan artikel 36 lid 7 Sr, nu dit later in werking getreden artikel niet als gunstiger kan worden aangemerkt voor betrokkene.