Ondanks de onrechtmatige aanhouding leidt het eerste middel niet tot cassatie, nu de verdediging niet uitvoerig heeft gemotiveerd om welke redenen er bewijsuitsluiting zou moeten volgen. Het tweede middel faalt evenwel, nu het oordeel van het hof dat de verdachte ‘binnen de grenzen van het redelijke’ de gelegenheid is geboden van zijn recht op raadpleging van een advocaat gebruik te maken niet onbegrijpelijk is.
Hoge Raad, 09-12-2014