Uit de feiten en omstandigheden heeft het hof zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet mogen afleiden dat sprake is van het medeplegen van moord.

Schending redelijke termijn in cassatiefase. Geen ambtshalve cassatie ten aanzien van benadeelde partij.

Het oordeel van het hof, dat toepassing van het ingezetenencriterium geen ongerechtvaardigde discriminatie oplevert, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting.

De wettelijke beoordelingsfactoren noemen, maar een kenbare weging en waardering van die factoren achterwege laten, leidt ertoe dat bewijsuitsluiting niet kan volgen als rechtsgevolg op een vormverzuim.

Het oordeel van het hof dat wat betreft ‘count four’ is voldaan aan de eis dat uit het bijgevoegde bewijsmateriaal een redelijk vermoeden van schuld voortvloeit, is onbegrijpelijk.

Cassatie in belang der wet: verzoek tot vergoeding van kosten voor rechtsbijstand in de klaagschriftprocedure als bedoeld in artikel 164 lid 8 WVW 1994.

De rechtbank heeft bij de beoordeling van het klaagschrift een onjuiste maatstaf toegepast.

Gerechtvaardigd verzoek vertrouwelijkheid bij verzoek uitlevering.

De verstekmededeling is niet binnen de redelijke termijn betekend. De middelen die klagen over de betekening van de dagvaarding en het volstaan met een opsommig van bewijsmiddelen, falen.

Het hof heeft de verdachte op ontoereikende gronden niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.