Het oordeel van het hof dat de appèldagvaarding rechtsgeldig is betekend, is niet naar de eis der wet met redenen omkleed. De Hoge Raad verklaart de appèldagvaarding om doelmatigheidsredenen nietig.

Het oordeel van het hof dat de appèldagvaarding rechtsgeldig is betekend, is niet naar de eis der wet met redenen omkleed. De Hoge Raad verklaart de appèldagvaarding om doelmatigheidsredenen nietig.

Het middel klaagt terecht dat het hof ten onrechte toepassing heeft gegeven aan artikel 423 lid 4 Sv.

Geen schending una via-beginsel. Twee slagende bewijsklachten.

Ondanks dat, anders dan het hof oordeelde, sprake is van een vormverzuim, behoeft het slagen van de klacht niet tot cassatie te leiden.

Het oordeel van het hof dat verdachte tevoren bekend was met de dag van de terechtzitting, is zonder nadere motivering niet begrijpelijk.

Het middel klaagt terecht over het oordeel van het hof dat de verdachte niet een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de Belastingwet gestelde eisen heeft gevoerd.

In aanmerking genomen dat de Hoge Raad in de zaak van de medeverdachte de klacht dat het hof ten onrechte toepassing heeft gegeven aan artikel 423 lid 4 Sv gegrond heeft bevonden, wordt de bestreden uitspraak ambtshalve vernietigd.

Ondanks de slagende klacht ten aanzien van het gedeeltelijk verjaarde tenlastegelegde, wordt de zaak niet terugverwezen, nu het oordeel van het hof niet onbegrijpelijk is en voorts niet getuigt van een onjuiste rechtsopvatting.

Het middel klaagt terecht over de afwijzing door het hof van het verzoek om aanhouding van de behandeling van de zaak.