Heeft de deken als toezichthouder op de advocatuur zelfstandig verschoningsrecht in strafrechtelijke onderzoeken, en is er sprake van zeer uitzonderlijke omstandigheden waarvoor het verschoningsrecht van de deken moet wijken?

Kan uit omstandigheden worden afgeleid dat verdachte ‘wist’ dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard?

Heeft de rechtbank ten onrechte het verweer verworpen dat de uitlevering van de opgeëiste persoon ontoelaatbaar moet worden verklaard omdat de stukken ongenoegzaam zijn?

Is de verdachte het recht gelaten het laatst te spreken?

Bewijsklachten en termijnoverschrijdingen.

Moest het hof onderzoeken of de verdachte kon terugkeren in de zittingszaal om zich te verdedigen nadat hij op bevel van de voorzitter van het hof tijdens het requisitoir van de advocaat-generaal uit de zittingszaal was verwijderd?

Kan uit de bewijsvoering worden afgeleid dat de verdachte wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, nu het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs is herroepen door de bestuursrechter?

Kon het hof het feitelijke wegnemen van passen alsmede de omstandigheid dat de aangeefster daardoor niet alleen is beroofd maar ook in haar persoonlijke levenssfeer is aangetast, betrekken bij de strafoplegging?

Is er sprake van een verband tussen de voorwerpen en de feiten waarvoor de belanghebbende is veroordeeld?

Heeft het hof de verbeurdverklaring toereikend gemotiveerd?