Annotatie
17 januari 2019
Rechtspraak
Bewezenverklaring hennepteelt.
De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B Opiumwet (Opw) en opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C Opw gegeven verbod is bewezen verklaard, dat de bewezenverklaring niet uit de bewijsvoering kan worden afgeleid. Het hof heeft na opsomming van de bewijsmiddelen ten aanzien van de bewezenverklaring overwogen dat de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep heeft betoogd dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de gehele tenlastelegging, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot enige bewezenverklaring te komen. Daartoe is – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat:
- uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat er in de woning van de verdachte hennep is gekweekt;
- daaruit evenmin kan worden afgeleid dat het plantaardig materiaal dat in de woning van de verdachte is aangetroffen, hennep is.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt onder meer dat:
- ten tijde van het ten laste gelegde de verdachte als enige bewoner stond ingeschreven bij de gemeente op het adres;
- de verdachte vanaf 11 maart 2013 tot en met 5 februari 2015 de enige huurder was van voornoemde woning;
- op 5 februari 2015 door de politie in voornoemde woning ter doorzoeking is binnengetreden;
- de politie daarbij aan de hand van achtergebleven beschadigingen en afdrukken op wanden en vloer, zag dat zich op genoemd adres op de zolderetage een kwekerij had bevonden;
- op de zolderetage van de woning door de politie een droogrek met daarop een hoeveelheid van 230 gram drogende henneptoppen werd aangetroffen;
- de politie een representatieve bemonstering van een aantal van de aangetroffen henneptoppen veilig heeft gesteld en de betreffende monsters heeft getest met gebruikmaking van de cannabistest, die een positieve reactie, indicatief voor hennep of THC, gaf;
- in de dakplaten gaten zichtbaar waren die overeenkwamen met de diameter van flexibele ventilatieslangen die veelvuldig gebruikt worden in hennepkwekerijen voor de aan- en afzuiging van lucht;
- in een groene bak (voormalig watervat) door de politie afgeknipte bekabeling werd aangetroffen waarvan bekend is dat dit soort bekabeling vaker in kwekerijen wordt gebruikt;
- de politie in de woning een zevental grijze vuilniszakken aantrof, die gebruikte kweekaarde bleek te bevatten, waarin duidelijk wortelstelsels te zien waren;
- in het schuurtje behorende bij vernoemde woning gebruikte goederen werden aangetroffen die gebruikt worden bij het kweken van hennep, te weten: een watervat met een inhoud van circa 200 liter, twee dompelpompen en twee lege jerrycans met groeimiddel à 10 liter van het merk Terra Flores;
- op basis van de aangetroffen jerrycans de politie een berekening heeft gemaakt, waaruit blijkt dat met de inhoud van de aangetroffen lege jerrycans ongeveer 133 hennepplanten kunnen worden grootgebracht.
De verdachte heeft zich bij gelegenheid van zijn verhoor in het kader van het opsporingsonderzoek beroepen op zijn zwijgrecht. Hij is zowel in eerste aanleg als in hoger beroep niet bij het onderzoek ter terechtzitting verschenen. Aldus heeft de verdachte voor voormelde omstandigheden, zoals die uit de gebezigde bewijsmiddelen naar voren komen en die redengevend moeten worden geacht voor het bewijs van verdachtes betrokkenheid bij het ten laste gelegde, geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende verklaring gegeven. Het hof betrekt zulks bij de waardering van het bewijs. Op grond van het vorenstaande acht het hof het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen op de wijze als in de bewezenverklaring is vermeld.
De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het hof dat de verdachte in de periode van 27 november 2014 tot 5 februari 2015 ongeveer 130 hennepplanten heeft gekweekt, gelet op hetgeen het hof blijkens de bewijsvoering heeft vastgesteld en overwogen, niet onbegrijpelijk is en, mede in aanmerking genomen dat de bewijsmiddelen onder meer inhouden dat op 5 februari 2015 op de als kweekruimte gebruikte zolder henneptoppen te drogen hingen en dat deze kweekruimte plaats bood aan 150 hennepplanten, toereikend is gemotiveerd.