Annotatie
12 juli 2018
Rechtspraak
Gebruik in reclasseringsrapport neergelegde verklaring verdachte.
De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie onder meer schuldheling is bewezenverklaard, over het tot het bewijs bezigen van een in het reclasseringsadvies van 5 maart 2013 neergelegde verklaring van de verdachte. Het hof heeft met betrekking tot het bewijs overwogen dat het van oordeel is dat het door de verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het ten laste gelegde weersproken wordt door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen. Het hof overweegt daarbij in het bijzonder het navolgende. Verdachte heeft ten overstaan van de rechter-commissaris verklaard dat hij van twee – hem volstrekt onbekende – personen een aanbod kreeg om twee motorscootersvoor een bedrag van € 300 per stuk te repareren. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij aan die personen heeft gevraagd of de motoren gestolen waren welke vraag ontkennend werd beantwoord. De scooters zijn (deels) gedemonteerd, overgespoten en/of zonder kentekenplaat in de kelderbox van verdachte aangetroffen. Het hof is van oordeel dat onder deze omstandigheden verdachte niet heeft voldaan aan zijn onderzoeksplicht. Nu deze omstandigheden zozeer afwijken van hetgeen in het normale handelsverkeer gebruikelijk is, had verdachte minst genomen redelijkerwijs moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
De Hoge Raad overweegt dat het uitbrengen van het reclasseringsadvies, welk rapport zich bij de stukken van het dossier bevindt en kennelijk is opgemaakt ten behoeve van een zogenoemde ‘OM-afdoening’, tot de reclasseringswerkzaamheden als bedoeld in artikel 8 lid 1 onder a Reclasseringsregeling 1995 behoort, kort gezegd: het doen van onderzoek naar en het geven van voorlichting en advies over de verdachte. Daarbij gaat het om een kort verslag van door de reclasseringswerker aan de hand van in een gesprek met de verdachte verkregen informatie, in het bijzonder met het oog op beslissingen over de afdoening van de zaak. Een zodanig rapport strekt tot het geven van voorlichting over de persoon, de persoonlijkheid en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Mede tegen de achtergrond van de hulpverleningsrelatie waarin de reclasseringsambtenaar tot de verdachte staat, mag de verklaring van de verdachte in een dergelijk reclasseringsadvies in beginsel niet worden gebruikt voor het bewijs van het ten laste gelegde (vgl. ECLI:NL:HR:2007:BA3610). De Hoge Raad oordeelt dat de klacht in zoverre terecht is voorgesteld. De Hoge Raad oordeelt dat dit nochtans niet tot cassatie leidt, omdat de bewezenverklaring ook met weglating van genoemd rapport toereikend is gemotiveerd, gelet op de door het hof blijkens zijn overweging tot het bewijs gebezigde verklaring van de verdachte tegenover de rechter-commissaris (vgl. ECLI:NL:HR:2003:AF7985).