Naar boven ↑

Annotatie

mr. J.H.J. Verbaan
15 juni 2016

Rechtspraak

Barcode valsheid in geschrift artikel 225 lid 1 Sr.

De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie valsheid in geschrift en opzettelijk in bezit hebben van valse geschriften is bewezenverklaard, dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat een barcode(sticker) kan worden aangemerkt als een geschrift in de zin van artikel 225 Sr en dat het hof ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd heeft geoordeeld dat de barcodes ‘vals’ zijn, omdat het ongewijzigde kopieën of scans van bestaande barcodes betreffen. De Hoge Raad overweegt ten aanzien van het eerstgenoemde dat uit het arrest van het hof volgt dat het een streepjescode en voorzien van een getallenreeks bestaande barcode(sticker) heeft aangemerkt als een geschrift in de zin van artikel 225 Sr. De Hoge Raad oordeelt vervolgens, na het aanhalen van artikel 225 Sr en de relevante passage uit de wetsgeschiedenis (Kamerstukken II 2002/03, 29025, 3, p. 3) dat het kennelijke oordeel van het hof dat een uit een streepjescode en voorzien van een getallenreeks bestaande barcode(sticker) kan worden aangemerkt als een geschrift in de zin van artikel 225 Sr, mede gelet op de wetsgeschiedenis geen blijk geeft van een onjuiste opvatting. Ten aanzien van het laatstgenoemde overweegt de Hoge Raad dat het hof blijkens de bewijsvoering heeft vastgesteld dat de verdachte meermalen producten heeft gekocht bij Media Markt en Praxis, waarbij hij telkens een (door hem meegebrachte) barcode(sticker) behorend bij een soortgelijk maar goedkoper product heeft geplakt over de streepjescode van een duurder product, welk product hij bij de kassa ter betaling aanbood. Zodoende verkreeg hij de aldus gekochte producten voor een lagere dan de werkelijke prijs. In de woning met bijbehorende schuur van de verdachte en op diens computer zijn diverse (sticker)vellen met barcodes en bestanden bevattende barcodes behorend bij producten van Media Markt en Praxis aangetroffen. De Hoge Raad oordeelt dat het kennelijke oordeel van het hof dat de verdachte de aangetroffen barcodes heeft gekopieerd en of (in)gescand met de bedoeling de barcode aan te wenden om producten te verkrijgen voor een lagere dan de werkelijke prijs. En het daarop gebaseerde oordeel dat de verdachte aldus de bij hem aangetroffen barcodes valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst als bedoeld in artikel 225, eerste lid Sr niet blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting en toereikend is gemotiveerd.